Bij vrouwelijke dieren wordt met sterilisatie eigenlijk castratie van het vrouwelijke dier bedoeld. De dierenarts haalt tijdens deze operatie beide eierstokken en soms de baarmoeder uit het dier. De reden voor sterilisatie lijkt duidelijk, het voorkomen van het krijgen van jongen. Maar er zitten ook gezondheidsredenen aan om uw teef, poes of voedster te laten steriliseren.
Zo wordt voorkomen dat er een pyometra of baarmoederontsteking ontstaat. Dit is een ernstige, mogelijk dodelijke aandoening. Ongeveer 25% van alle niet-gesteriliseerde teven krijgt op de leeftijd van tien jaar een baarmoederontsteking. Een gesteriliseerde teef kan geen baarmoederontsteking krijgen. Sterilisatie heeft daarnaast als voordeel dat het de kans op melkkliertumoren verkleint, alhoewel onderzoek niet eenduidig is over het exacte percentage, is wel duidelijk dat steriliseren voor de eerste loopsheid de kans op melkkliertumoren het kleinst is en dat na elke loopsheid deze kans op latere leeftijd toeneemt.
Konijnen hebben vanaf een leeftijd van vier jaar 80% kans op baarmoedertumoren en kunnen hieraan sterven als dit niet op tijd opgemerkt wordt.
Natuurlijk zijn er ook nadelen, waarvan het operatierisico het meest duidelijk is. Bij elke operatieve ingreep kan er iets misgaan. Over het algemeen vallen de risico’s mee en proberen wij deze in de praktijk te verkleinen door het gebruik van de juiste narcosemiddelen, hartbewaking en extra zuurstof. Maar het kan altijd gebeuren dat er complicaties ontstaan. Een ander nadeel welke we vaak zien is dat gesteriliseerde dieren sneller zwaar worden, waardoor er problemen kunnen ontstaan.
De voeding van een poes of teef moet dan ook aangepast worden, nadat zij is gecastreerd, zodat obesitas voorkomen wordt. Daarnaast geven sommige eigenaren en trimsters aan dat de kwaliteit van de vacht van langharige hondenrassen vermindert. De vacht wordt stugger en is minder makkelijk te kammen. Dit is niet bij iedere hond, maar u moet wel rekening houden met de kans dat dit kan ontstaan. Tenslotte bestaat er de kans op incontinentie. Het komt met name voor bij gesteriliseerde teven, minder bij intacte teven en reuen. De kans op incontinentie is groter bij grotere rassen en bij honden met een staartamputatie, maar cijfers van onderzoeken zijn hierin erg tegenstrijdig. Het tijdstip van castratie lijkt geen effect te hebben op de kans om incontinent te worden.
Bij konijnen zijn er nauwelijks nadelen aan verbonden.
Over de leeftijd van castreren zijn de meningen verdeeld. Wetenschappers hebben geen harde eenduidige bewijzen wat het beste moment is. Wat wel vaststaat is dat een sterilisatie het best kan worden uitgevoerd in de periode voor of na de loopsheid of het krols zijn. De doorbloeding van de eierstokken en baarmoeder is in die periode laag. De kans op complicaties is daarom het kleinst. Dit betekent dat er gesteriliseerd kan worden voor de eerste loopsheid of het krols zijn en dan vanaf ongeveer zes maanden leeftijd of juist twee tot drie maanden erna.
Konijnen mogen reeds vanaf zes maanden gecastreerd worden.
Zoals u hierboven leest zijn er meerdere redenen om uw teef, poes of voedster te laten castreren, maar moet u ook rekening houden met de nadelen van deze chirurgische ingreep en de leeftijd van het dier. Wij denken graag met u mee en maken voor elk dier een passend advies.